Deze keer draaien we de rollen om: vandaag word ik zelf geïnterviewd door collega Lies. Wie ben ik eigenlijk? En waarom werd ik logopediste? Ik doe het allemaal uit de doeken in podcastaflevering 4!
Om te starten, wie ben jij in 5 woorden?
Mama in de eerste plaats, logopediste, lief, onhandig en wereldverbeteraar. Ik wil altijd iedereen graag helpen. Nu zijn dat vooral kinderen. Zij zijn de toekomst. Ik denk dat als we hen beter kunnen opleiden en hen meer tools geven om zich kenbaar te maken in de wereld om die zo een stukje mooier te maken, dat wij als logopedisten een hele mooie job hebben!
Waarom ben je logopediste geworden?
Dat is best een leuk verhaal. Eigenlijk wou ik altijd al leerkracht worden. Nu ja, of verpleegster voor kinderen of kinderarts of schrijfster. In elk geval iets met kinderen. Leerkracht leek me toen de meest logische stap.
Tot ik mijn neef, die toen 4 was, eens naar de logopedist moest brengen. Hij deed aan fronting: alle klanken die je normaal vanachter in je keel maakt, bracht hij naar voren. Zo werden een ‘g’ of een ‘k’ een ‘t’ of een ‘s’. Ik ben toen bij hem blijven zitten, omdat ik niet wist wat zo’n logopedist deed. Ik was zo achteraf zo gefascineerd dat ik meteen in het opzoekwerk ben gedoken. En hoe meer ik erover las, hoe meer ik ervan overtuigd was: dit wil ik doen.
Waarom heb je voor specialisaties zoals fonologie en stotteren gekozen?
Wel, je hebt verschillende uitspraakproblemen en fonologie is daar één van. Mijn neef waarover ik sprak had een fonologisch probleem en dat was voor mij dus het eerste contact met het beroep. Ik vond dat waanzinnig interessant en tijdens de opleiding bleek ook dat ik dat goed kon. Dat klinkt misschien raar, maar ik was meteen mee.
Wat het stotteren betreft: ik stotter zelf ook. Al sinds mijn kleutertijd. Dat heeft in het hoger onderwijs wel voor een kleine paniekaanval gezorgd. We kregen het vak Vloeiendheid en op de eerste PowerPoint stond meteen: ‘Stotteren: definitie’. Ik dacht meteen: oei, ik kan geen logopediste worden! Want hoe kan je iemand iets afleren dat je zelf niet hebt afgeleerd? Met tranen in mijn ogen ben ik naar de prof gestapt. Gelukkig stelde die me meteen op mijn gemak. Eigenlijk was het best goed dat ik stotterde, want dan kon ik als ervaringsdeskundige aan de slag. Volgens die prof was mijn stotteren een meerwaarde voor m’n therapie.
Pas na mijn studies besefte ik dat ik eigenlijk nog graag iets met dat stotteren wou doen. Voor ik het wist had ik me dan ook ingeschreven in een postgraduaat en ging de bal aan het rollen. Nu is het echt een passie en begeleid ik vooral kleuters en lagereschoolkinderen die stotteren of taal- en uitspraakproblemen ondervinden.
Hoe ziet jouw week eruit?
Mijn ochtenden zien er ongeveer altijd hetzelfde uit: ik sta op met de kinderen en help mee met het ontbijt. Op maandag en vrijdag werk ik met cliëntjes op de praktijk. Dat zijn vooral kindjes die uitspraak- en taalmoeilijkheden hebben, jonge kindjes die moeilijker communiceren en kinderen die stotteren.
Op dinsdag, woensdag en donderdag werk ik dan voor De Taaltoren Academy. Dat is een online leerplatform voor logopedisten en ouders waar ze cursussen kunnen volgen en materiaal kunnen downloaden om thuis of in de praktijk mee aan de slag te gaan. Ik werk tot half 6 en dan eet ik thuis met mijn man en de kinderen. Zodra die in bed liggen is het dan tijd voor qualitytime met Dylan, dan kijken we wat tv, spelen we een spelletje of babbelen we wat.
Het weekend staat ook in teken van de kindjes. Ik neem er altijd eentje mee naar de supermarkt. Als ouder weet je sowieso dat dat een hele beleving is. Het is ook een leuke manier om taal toe te voegen. Emma zit ook op balletles en daarnaast doen we vaak nog iets van activiteit. Elk weekend komen m’n broer en zus eten of gaan wij naar hen. Een goed gevuld weekend dus, maar wel met dingen die we graag doen.
Je doet inderdaad veel. Hoe combineer jij alles?
Ik doe veel maar ik doe dingen die ik graag doe. Ik doe eigenlijk niet veel dat ik niet graag doe. En ik doe zeker niet alles alleen: ik heb een poetsvrouw en een mama die vaak helpt. Mijn man kook bijvoorbeeld ook bijna elke avond.
Toen ik net startte met De Taaltoren werkte ik ’s avonds en in het weekend vaak tot laat door. Dat probeer ik wel af te bouwen. En dat lukt ook beter nu ik een team heb dat me ondersteunt, gelukkig. Want dat tijdsgebrek was net de reden dat ik mijn vorige job in een groepspraktijk heb opgezegd: ik kon Emma nooit meer zelf in bed stoppen of ermee spelen. Ik besef nu dat ik niet alles alleen hoef te doen.
Mijn eigen praktijk draaide meteen goed, maar dan kwam corona én was ik hoogzwanger van Noah. Toen moest ik nog meer doen om de dingen draaiende te houden en heb ik beslist van offline naar online te switchen. Zo zijn de cursussen en de podcast ontstaan.
Ja, waarom wilde je een podcast maken?
Goh, dat zaadje zat jaren geleden al in mijn hoofd. Ik praat heel graag en leg graag dingen uit, dat is al een belangrijke reden. En ik begon me af te vragen: hoe kan ik nu nog meer kinderen helpen, ouders ondersteunen en mensen inspireren? Het antwoord was: ik moet het vertellen aan heel de wereld. En voilà. Ik ben zelf heel auditief ingesteld en luisterde toen ook al lang podcasts om dingen bij te leren.
Op deze manier wil ik ook aan zoveel mogelijk mensen laten weten hoe interessant en leuk taal is. En dat je het thuis perfect op een gemakkelijke en efficiënte manier kan stimuleren, zonder al te veel duur materiaal. Lepels, potten, pannen, droge bonen: je kan het zo gek niet bedenken. Dat laagdrempelige thuisaspect lijkt me in tijden zoals vandaag ook crucialer dan ooit: wat als we weer in een nieuwe lockdown terechtkomen? Dan kan je nu als ouder ook eenvoudig zelf je kind helpen.
Ik wil ouders waar taal moeilijk loopt of die panikeren over de ontwikkeling van hun kind ook een hart onder de riem steken. We vergelijken onszelf en onze kinderen voortdurend met anderen. En sociale media, waar je vooral picture perfect situaties ziet, versterkt die vergelijkingsdrang nog eens. Ik kan je verzekeren: je bent zeker niet alleen. Heel veel ouders ervaren dezelfde angsten. Het hoeft ook allesbehalve perfect te zijn, het mag ook allemaal gewoon leuk zijn.
‘Vanzelfsprekend’: vanwaar komt de naam van de podcast?
Taal lijkt vanzelfsprekend, tot het dat niet is. Kinderen opvoeden lijkt ook vanzelfsprekend, iedereen doet het. Tot je daar met een baby in je armen staat en je plots beseft dat je die voor de rest van zijn leven in leven moet houden en dingen moet bijleren. En liefst nog zo goed mogelijk. Dat is niet niks. Met spreken is het net hetzelfde: er zijn zoveel hersenprocessen aan de gang en per klank maak je wel 100 spierbewegingen! Je staat daar niet bij stil, tot het niet lukt.
Als je je als mama of papa onzeker voelt, dan ben je niet alleen. Het is niet vanzelfsprekend om taal aan je kind aan te leren, je kind meertalig op te voeden of om een kind op te voeden tout court. Ik vind belangrijk om in de podcast concrete tips te geven, actiegerichte stappen waarmee je meteen aan de slag kan.
Deel hem dan ook met al je vrienden, ouders, kennissen, professionals, juffen en meesters. Zo kunnen we onze kinderen allemaal nog net dat tikkeltje beter ondersteunen.
9 snelle wist-je-datjes over Janne
- Leeftijd: 28, maar 29 op het moment dat deze aflevering online komt
- Kinderen: 2, Emma en Noah
- Bijna getrouwd met: Dylan
- Zoet of zout: zout
- Favoriete reisbestemming: Spanje
- Favoriete Disneyliedje: You’ve got a friend in me van Toy Story
- Grootste inspiratiebron: mijn gezin en mijn businesscoach Amy Vandeputte, een bewonderenswaardige dame die mij de afgelopen twee jaar heel veel heeft geleerd
- Ideale ontspanning: yoga of wandelen
- Favoriete quote: We kunnen niet van alle kinderen dezelfde sterren maken, maar we kunnen wel elk kind laten schitteren
Zo, nu weet jij ook wie ik ben! Zit je met een vraag? Stel ze! Je denkt misschien dat ze er niet toe doet, maar ik verzeker je: er zijn zeker nog 10 ouders die dezelfde vraag hebben. Mail naar podcast@detaaltoren.be. Wie weet maken we er wel een aflevering over!
Veel spreekplezier!
Janne