Overslaan naar inhoud

24. Zo buig je niet-helpende gedachten van je kindje om

door Janne Fret

Gedachten zijn iets geks. Ze hebben een immense invloed op onze gevoelens, ons gedrag, lichamelijke gewaarwordingen zoals zweten, noem maar op. Ook bij kinderen. Vandaag neem ik je dan ook graag mee in niet-helpende gedachten en hoe je ze ombuigt naar iets positiefs.

Negatieve gedachten kleuren de waarheid

Op het moment van de opname is het Emma’s verjaardagsfeestje voor haar vierde verjaardag. En ook daar staken tal van gedachten de kop op bij mij: raakt alles op tijd klaar? Zal de taart mooi zijn? Zal Emma de cadeautjes leuk vinden? Ik moet alles nog versieren en binnen een kwartier komen de gasten. Paniek!

En daar heb ik meteen de link gelegd: je gedachten, gevoelens en gedrag zijn met elkaar verbonden. Beeld je even in dat je kindje in het eerste leerjaar zit tijdens een toets. En dat hij of zij denkt: “Oh nee, dat kindje naast mij heeft zijn toets al af en ik nog niet”. Enerzijds zit er een observatie in, namelijk feit dat het andere kind de toets al af heeft. Anderzijds zit er ook een interpretatie in: de ‘oh nee’. Die drukt meteen een gevoel van angst weer. Die angst brengt weer extra gedachten naar boven, zoals: “Misschien ben ik wel te traag?” Of: “Misschien ben ik wel dommer dan het kind naast mij?”

Als ouder ken je het vast ook. Je koopt een nieuwe jurk en hoewel 9 collega’s je overladen met complimenten, brengt de stuurse blik van de 10de collega je aan het twijfelen: “Oei, is er een knoopje los? Zie ik er dan toch te dik uit?” Heel jammer, alleen is het wel de manier waarop ons brein bedraad is: het wil eruit leren en verbeteren om te overleven. Wat je best altijd in het achterhoofd houdt? Dat die gedachten nooit dé waarheid zijn.

Niet-helpende gedachtencirkel

Als een kindje (en wij als ouder) negatieve gevoelens aan een observatie koppelt, dan uit dat zich ook in ons gedrag. We doen anders dan normaal, zijn prikkelbaarder, bozer, noem maar op. Het is vaak op dat moment dat ouders en/of leerkrachten bij onze logopediepraktijk komen aankloppen: ze hebben iets opgemerkt. In tegenstelling tot wat je misschien verwacht, gaan wij niet met het gedrag aan de slag, maar kijken we eerst naar welke gedachten en gevoelens aan die gedragsverandering voorafgaan. 

De manier waarop wij dat aanpakken, kan jij als leerkracht of ouder ook perfect toepassen! Je leert het kindje om zijn of haar gedachten om te buigen naar iets positiefs. Stel dat je kindje een tekening heeft gemaakt, bijvoorbeeld. Neem een blad papier en schrijf in het midden de situatie waarin het probleem zich voordoet. Bijvoorbeeld: je hebt een tekening gemaakt en gaat die aan mama tonen.

Trek dan een pijl naar boven en noteer daarbij de gedachten die bij het kindje opkomen. Bijvoorbeeld: “Ik vind mijn tekening heel mooi”, “Zou mijn mama blij zijn met de tekening?” of zelfs gekleurd door een andere situatie: “Ik hoop dat ze nu wel ziet wat ik heb getekend”.

Trek een pijl naar rechts en schrijf daarbij welke negatieve gevoelens bij die gedachte bij het kindje naar boven komen. Is dat angst? Onzekerheid? Weinig zelfvertrouwen?

Die onzekerheid leidt dus tot aangepast gedrag. Trek nu een pijl naar onder en schrijf daarbij welk gedrag er zich in die situatie voordoet. Denk maar aan kleine, aarzelende stapjes naar mama zetten, de tekening dichtbij houden of misschien heel verlegen vragen of je de tekening mag laten zien.

Als laatste stap trek je een pijl naar links. Daar schrijf je de lichamelijke gewaarwordingen of dingen die je kindje in zijn of haar lichaam voelt tijdens zo’n situatie. Leg uit wat dat kan zijn. Misschien is dat een verhoogde hartslag, zweten, trillende handjes of een bibberend stemmetje.

Nu je deze vier pijlen hebt getrokken is de niet-helpende gedachtencirkel rond. Alle pijlen hebben immers ook invloed op elkaar: je gedachten beïnvloeden je gevoelens, je gedrag, hoe je je voelt, wat dan opnieuw een invloed heeft op je gedachten. Want hoe meer angst en onzekerheid je voelt door je gedachten, des te meer andere negatieve gedachten ook de kop opsteken. Dankzij de gedachtencirkel breng je dat hele proces mooi in kaart.

Helpende gedachtencirkel

Het doel van die niet-helpende gedachtencirkel? Je kindje helpen die gedachten om te buigen naar iets positiefs, naar een helpende gedachtencirkel. De gedachte ‘oei, ik hoop dat mijn mama nu wel ziet wat ik getekend heb’ wil je bijvoorbeeld samen omvormen naar de positieve gedachte ‘als mama het niet ziet wat het is, kan ik het haar vertellen’. Je hebt nog altijd dezelfde situatie, al is er dit keer geen sprake van angst en onzekerheid, wel van trots, zelfzekerheid en probleemoplossend denken.

Het gedrag dat bij die gedachte hoort, zal ook helemaal anders zijn. In plaats van schoorvoetend schuifelen, komt je kindje nu misschien vol enthousiasme met de tekening in de lucht aangelopen en kan hij of zijn niet wachten om je het resultaat te tonen.

Hetzelfde geldt voor de lichaamsgewaarwordingen. Dit keer geen trillende handjes of bibberende stem, maar een lach en fonkelende ogen. Door dus 1 gedachte te veranderen, maak je met andere woorden de hele cirkel errond positief.

Engeltjes- en duiveltjesgedachten

Wij passen deze techniek vooral toe bij kindjes uit de lagere school die stotteren. Ook bij kindjes met faalangst, kinderen die verlegen zijn of een negatieve ervaring op school hadden, is het een goede tool.

Is jouw kindje wat jonger? Dan moet je waarschijnlijk nog even uitleggen wat gedachten, gevoelens en gedrag zijn. Je kan bijvoorbeeld vertellen dat een gedachte iets is wat je in je hoofd denkt, een gevoel iets wat je voelt in je buik, je hart of bijvoorbeeld je benen en gedrag iets wat je doet.

Wij noemen het ook wel eens engeltjes- en duiveltjesgedachten. Engeltjes zijn onze vriendjes. Ze maken ons sterk en helpen ons dingen te durven. De duiveltjes daarentegen helpen ons niet. Ze houden ons net tegen en maken ons boos, bang of verdrietig. Vertelt je kindje wat hij denkt of voelt? Dan kan je bijvoorbeeld vragen: “Hoor ik een engeltje of een duiveltje in jouw hoofd?”

Probeer het samen eens uit. En ga er vooral ook zélf mee aan de slag: kijk eens of jij soms ook duiveltjesgedachten hebt? Ik in ieder geval wel! En ik probeer ze zo vaak mogelijk te herformuleren naar iets positiefs voor de volgende keer. Je vindt de invulbare versie van de gedachtencirkel hier!

Heb je deze techniek uitgeprobeerd bij je kindje en/of jezelf? Wat vond je ervan? Wat is er blijven hangen? Laat het ons weten via een DM op Instagram of Facebook of mail naar podcast@detaaltoren.be.

Veel denkplezier!

Janne

Aanmelden om een reactie achter te laten
23. Waarom buiklig zo belangrijk is voor de ontwikkeling
met kinderkinesistes Ellen Damiaans en Ilona Nijssen