In onze minireeks ‘Heerlijk Eerlijk’ spraken we met Siham Benhammou: logopediste én mama die haar twee kindjes meertalig opvoedt. Ze vertelt over de uitdagingen van meertaligheid én geeft tips voor ouders die hun kinderen ook meertalig willen opvoeden.
Siham, in welke talen voed jij je kindjes op?
Mijn man en ik spreken Nederlands en Marokkaans-Arabisch met onze twee dochtertjes van bijna 4 en 2. Daar hebben we bewust voor gekozen voor we ouders werden. We werden beiden Marokkaans-Arabisch opgevoed en wilden dat graag doorgeven aan onze kinderen. Al bleek dat, toen ze er eindelijk waren, niet zo vanzelfsprekend.
Hoe verliep het dan anders dan verwacht?
Wij wilden het OPOL-principe toepassen: one parent, one language. Ik zou Marokkaans-Arabisch met de kinderen spreken en mijn echtgenoot Nederlands. Al spraken we in de praktijk allebei Nederlands tegen hen, voor mij voelde die taal ook heel comfortabel. Tot ik besefte: we bieden eigenlijk heel weinig Arabisch aan. Wat kunnen we daaraan doen?
Toen merkte ik dat het als logopediste heel makkelijk is om advies te geven over het OPOL-principe, tot je zelf in die situatie zit. Het is niet zo evident als het lijkt. Ik worstelde daar zo hard mee, dat ik ervan af ben gestapt. Ik heb heel wat research gedaan, workshops en studiedagen gevolgd om een andere methode te vinden waarmee ik mijn kinderen de beide talen zou kunnen meegeven.
Ik denk dat het vroeger eenvoudiger was dan nu. Dat merk ik ook als ik naar mijn eigen situatie kijk. Mijn papa spreekt amper Nederlands en mijn mama spreekt het heel goed. Bij ons thuis was de afspraak: we spreken Arabisch. Dat was dus duidelijk, vooral omdat mijn papa het ook niet anders kon.
In deze tijd, daarentegen, zit je met een generatie die zowel het Nederlands als Marokkaans-Arabisch, Berbers of Turks als moedertaal heeft. Er is geen duidelijk onderscheid. Die talen worden bovendien niet goed onthaald en je wil ook niet dat je kind een achterstand op school oploopt, dus beslis je: ik spreek gewoon Nederlands. Ik denk dat veel ouders daarmee worstelen, terwijl we het jammer vinden dat we dat stukje identiteit niet meegeven.
Je zei dat onder andere Marokkaans-Arabisch niet goed wordt onthaald. Ik hoorde ooit van een collega dat er vaak wordt gesproken over ‘meertaligheid’ maar ook over ‘anderstaligheid’. Ik vind dat toch een groot verschil in connotatie. Een kind dat Frans-Nederlands wordt opgevoed, wordt als ‘meertalig’ gezien, terwijl een kind dat Arabisch-Nederlands wordt opgevoed als ‘anderstalig wordt gezien’, terwijl er eigenlijk geen verschil is. Hoe komt dat, denk je?
Als juffen of meesters merken dat een kind met een andere achtergrond niet goed is in Nederlands, dan denken ze al snel dat die taal thuis niet wordt gesproken. En zeggen ze tegen de ouders: “Je moet wel Nederlands spreken thuis”.
Ik denk ook omdat die talen anders zijn, en minder dicht bij België liggen dan het Frans of het Engels. Die voelen ‘dichter bij huis’ aan.
Ontstaat dat gevoel ook doordat we in het onderwijs wel Frans, Engels en Duits leren, maar geen andere talen zoals pakweg Turks?
Inderdaad. Als je die talen niet thuis of op school aanbiedt, wordt het aanbod beperkt, natuurlijk. Waardoor sommige ouders bijna niet durven toe te geven dat ze thuis bijvoorbeeld Turks spreken, terwijl het zo verrijkend kan zijn.
Gelukkig is die mentaliteit op school wel aan het veranderen. Ik merk dat heel veel juffen en meesters tegenwoordig beseffen hoe belangrijk de moedertaal eigenlijk is, al is er nog meer sensibilisering nodig. Tijdens de lerarenopleiding zouden we meer mogen stilstaan bij waarom die moedertaal zo belangrijk is. Een kind ontwikkelt de Nederlandse taal veel beter, als het een stevige basis in de moedertaal heeft. Je hebt die fundering nodig.
Er zijn twee soorten meertaligheid. Bij simultane meertaligheid bied je vanaf dag één twee talen aan je baby aan. Bij successieve meertaligheid leert je baby thuis één taal en later op school een andere taal. Hoe zit dat bij jullie?
Wij bieden de beide talen momenteel simultaan aan. Dat was een bewuste keuze, ik vond het moeilijk om maar één taal aan te bieden. Ik vind het ook belangrijk dat je je als ouder heel comfortabel voelt in de taal die je aanbiedt en dat je ze goed beheerst.
Ook die emotionele taal is belangrijk: in welke taal denk je of troost je je kind? Bij mij neemt soms het Arabisch de bovenhand en soms het Nederlands. Daarom zijn we afgestapt van OPOL.
Is het bij jullie dan OSOL: one situation, one language?
Nee, ik gebruik niet één taal per situatie, maar bied beide talen aan in élke situatie. Vraag ik mijn kinderen bijvoorbeeld om hun schoenen aan te doen? Dan herhaal ik die zin ook in het Arabisch.
Het is iets heel individueels. Ik denk dat elke ouder moet zoeken naar wat voor hem of haar het beste werkt. Ik geloof niet dat er een handleiding is die je moet afvinken als een checklist. Je moet het zelf aanvoelen én vooral ook positief blijven. Anders hou je het niet vol. Het gaat met ups en downs.
Kennen jouw kinderen ondertussen goed het verschil tussen beide talen? Of mixen ze woorden uit de verschillende talen in één zin?
Ik probeer zelf al mijn zinnen in dezelfde taal af te maken en stimuleer dat bij hen ook. Mijn dochter begint het onderscheid meer en meer te begrijpen en mixt de talen eigenlijk niet. Als ze niet begrijpt wat ik zeg, vraagt ze het ook.
Sommige ouders zijn daar wel bang voor.
Naar mijn gevoel kan je geen fouten maken in het aanbieden van taal, al begrijp ik het gevoel wel. Ik was ook bang dat ik onvoldoende woordenschat in het Marokkaans-Arabisch aanbood. Tot ik besliste om het los te laten en de beide talen tegelijk aan te bieden, omdat dat bij ons paste. Ik wou het niet forceren, anders pikken je kinderen dat op en knappen ze erop af.
Lees je ook in beide talen voor?
Voorlezen doen we in het Nederlands. Ik zing of reciteer wel vaak iets in het Arabisch uit de Koran. Voorlezen in het Arabisch is moeilijker omdat wij hier ook zijn opgegroeid en het Arabisch lezen niet meer zo vlot gaat. Dan ben je minder geneigd om een Arabisch boek uit de kast te nemen.
Met mijn ouders en schoonouders hebben we wel afgesproken dat zij Arabisch spreken. We proberen het zoveel mogelijk in onze omgeving aan te bieden, net omdat het aanbod in ons dagelijkse leven en de maatschappij zo klein is. De taal spreken met familie is een herkenningspunt voor je kind en belangrijk om de taal te laten leven. Doe je dat niet? Gebruik je het minder en ga je minder op vakantie naar het land van de moedertaal? Dan is de kans groot dat talen zoals Marokkaans-Arabisch of Berbers uitdoven. Wij vonden het belangrijk om onze kinderen dat stukje van onze roots mee te geven.
Heb je tips voor ouders die hun kinderen meertalig (willen) opvoeden?
Denk als ouder goed na over wat je wil bereiken en in hoeverre die moedertaal belangrijk voor je is. Wil je dat je kind de taal vloeiend spreekt? Dan moet je er vanaf dag één intens mee beginnen. Je kind voor tv zetten met een programma in de moedertaal is niet voldoende. Wil je dat je kind zich gewoon verstaanbaar kan maken? Dan hoeft het niet zo intensief te zijn. En ga vooral op je gevoel af, er zijn geen fouten.
Wees je er ook van bewust dat hoe jonger je kind is, hoe makkelijker het is om de taal op te pikken. Op latere leeftijd wordt het minder evident. Je kind zal er dan misschien ook vragen over stellen, over waarom hij zijn moedertaal niet kent. Taal is een belangrijk aspect om terug te kunnen naar je roots. Zonder die taal is het moeilijk om feeling te krijgen met het land.
Geef ook niet op. Soms voelt het heel overweldigend, maar kijk naar wat je wél kan doen. En communiceer uiteraard met je partner over hoe jullie het willen aanpakken en wat jullie belangrijk vinden.
Wil je nog iets delen of meegeven?
Probeer als leraar en ouder zoveel mogelijk een positief beeld te creëren van andere talen. Er is meer dan Engels, Frans en Duits. Laat kinderen op school bijvoorbeeld hun eigen taal en cultuur erkennen en laat hen vol trots aan de rest van de klas erover vertellen.
Je kan meertalige kindjes bijvoorbeeld een voorwerp dat deel van hun cultuur is laten meebrengen naar school en hen laten uitleggen wat het is en wat het Nederlandse equivalent ervan is.
Dat doen wij in het buitengewoon onderwijs ook. Dan zie je de kinderen echt glunderen. Doordat je je kind een positief beeld laat creëren, wordt het heel zelfzeker, ook naar de eigen taal toe.
En dat is belangrijk, want veel ouders staan jammer genoeg negatief tegenover hun eigen taal. Ze zijn bang dat hun kind niet goed genoeg zal presteren op school door een eventuele taalachterstand.
Dat vind ik heel pakkend, dat je je slecht voelt over je eigen taal.
Het komt vaker voor dan je denkt. Vele ouders denken dat ze dan maar best Nederlands spreken omdat ze het beste voor hun kind willen. Maar dat wordt dan gebrekkig Nederlands met fouten in. Terwijl het net beter is om je eigen moedertaal te gebruiken, waarin je je goed voelt. Taal is veel meer dan ‘ik kan perfect spreken’. Het is een stukje identiteit en een emotioneel gegeven.
Hoe meer talen je beheerst, hoe meer verrijkt je bent. Wees omarmend naar andere talen toe, ook andere dan Frans of Engels. Het is een troef. Hoe meer je elkaars cultuur of taal leert kennen, des te beter. Zo gaan we vooruit.
Heb je als ouder, leerkracht of logopedist vragen over meertaligheid? Siham en haar drie collega’s helpen je graag bij Edukids!
Janne